Of we het willen of niet, de smartphone is niet meer weg te denken uit ons leven. Met onze telefoon altijd binnen handbereik zijn we nooit meer offline. Maar is dat positief of dreigen hier gevaren? Al lijkt het dat we met veel anderen nog nooit zo verbonden waren, het tegendeel is waar: er lijkt steeds meer afstand te ontstaan. In onze tijd moet alles efficiënt gebeuren, tegelijkertijd zijn we bijzonder snel afgeleid (door de smartphone).
Dit goed gedocumenteerd boek, gebaseerd op wetenschappelijke publicaties en ook eigen onderzoek van de auteur, biedt ons een schat van aanwijzingen, adviezen om de smartphone anders te gaan gebruiken. Want dat de telefoon ons leven drastisch heeft veranderd, zowel ten goede als ten kwade, is onmiskenbaar. Wat is de bedoeling van de schrijver? Hij wil de lezer oproepen om zich grondig te bezinnen op ons gebruik van de smartphone en gezonde gewoonten aan te leren in dit digitale tijdperk. Hij spoort ons aan de vele zegeningen ervan te benutten, de valkuilen te vermijden en onze smartphone met wijsheid te hanteren. Dit boek heeft twee keer een woord vooraf: van John Piper en van S.M. de Bruijn. Ook hebben twee personen een korte recensie geschreven. Deze worden voor in het boek vermeld. Aan het eind zal ik ze beiden overnemen, dan kunt u zelf oordelen. S.M. de Bruijn, hoofdredacteur van het RD, durft het aan om dit een boek te noemen waar bijna geen speld tussen te krijgen is, maar wat wel heel confronterend is en allerlei pijnlijke beschuldigingen voor de voeten werpt. Wel zou de schrijver in de Nederlandse context ongetwijfeld wat andere keuzes hebben gemaakt. Bijvoorbeeld meer gericht op de vragen van ouders en voorstellen hebben gedaan voor het onderwijs. Een ander verschilpunt is dat Reinke een theologische uitgangspositie kiest die in ieder geval onder Nederlandse christenen uitleg behoeft. Hij spreekt vrijmoedig en blijmoedig over het geloofsleven en zijn taalgebruik werkt hier en daar vervreemdend: alsof hieraan geen wedergeboorte voorafgaat en alsof dat voor hem en alle lezers vanzelfsprekend is. Maar dat mag absoluut geen rede zijn om kritisch tegen de welgemeende adviezen van deze schrijver aan te kijken. Dit zou onterecht zijn. Reinke is allerminst optimistisch over de gevolgen van de zondeval. Integendeel. Hij noemt heel concreet de zonde bij naam. En is ook eerlijk over zijn eigen zwakheid: mijn strijd tegen de verkeerde smartphoneneigingen in mijn eigen hart is nog maar pas begonnen, want ik was die ochtend mijn stille tijd vergeten ten koste van de telefoon. Na een introductie stelt Reinke de volgende aspecten aan de orde: we zijn verslaafd aan afleiding, wij negeren ons vlees en bloed, wij willen onmiddellijke waardering, wij raken onze geletterdheid kwijt, wij voeden ons met het geproduceerde, iedereen is een kunstenaar, wij gaan lijken op wat we liken, wij worden eenzaam, wij raken gewend aan verborgen zonden, wij weten niet meer wat belangrijk is, wij vrezen van alles mis te lopen, wij worden hardvochtig, wij verliezen het besef van onze plaats in de tijd, wijsheid in de smartphonetijd, epiloog. W. Büdgen schrijft o.a: ‘Tony Reinke heeft ons met dit boek een grote dienst bewezen… Hij pleit voor
zeer bewust gebruik, met als diepe ondergrond daarbij een leven met de Heere…Dit boek eindigt met twaalf praktische tips als basis voor de opvoeding van jezelf, maar ook in het gezin’. L. v.d. Tang geeft het volgende door: ‘Dit boek - mits met onderscheid gelezen - is erg nuttig. Het beschrijft hoe smartphones ons geestelijke leven dreigen te ruïneren. Het is uitstekend gedocumenteerd en toetst steeds aan de Bijbel. Reinke is een ervaringsdeskundige. De zwakte van het boek is, dat het verondersteld dat iedere lezer een ware gelovige is. Typisch Amerikaans Evangelicaal van toon…’ Als u/jij het leest, komen we er geen van allen zonder schuld uit. Het is nodig dat we persoonlijk en als gezin deze waardevolle handreiking ter harte nemen. Het gaat toch in ons leven om belangrijker zaken, of niet?