• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

De gedenkbalk van het Grote Huis

Dr. Ewald Mackay schreef een stevig boek met een mooie titel, ”De Gedenkbalk van het Grote Huis”. De gedenkbalk, bekend van oude boerderijen, waar bijzondere gebeurtenissen met jaartallen werden gekerfd in een van de draagbalken. En het Grote Huis, beeld van het leerhuis van de Joden in de diaspora, al eerder gebruikt door Mackay. Dit boek is een persoonlijke kijk op de geschiedenis vanuit de joods-christelijke geloofstraditie.
Ewald Mackay verstaat de kunst om zijn lezers deelgenoot te laten worden van persoonlijke ervaringen. In ”De Gedenkbalk van het Grote Huis” doet hij dit door eerst zijn eigen geschiedenis te vertellen. Daarin wordt hij zeer persoonlijk en zet hij de toon door te stellen dat Gods hand in de geschiedenis zichtbaar is. Mackay beseft daarbij dat het bij het beschrijven van de geschiedenis in christelijk licht gaat om een interpretatie van de schrijver. Hij stelt dat hij vanuit dat perspectief probeert het verleden te leren kennen, maar ook om via dat verleden zichzelf te leren verstaan. Vervolgens neemt Mackay de lezer mee, vanaf de schepping, langs het Israël van het Oude Testament, naar de Vroege Kerk, de Middeleeuwen, en vervolgens alle omwentelingen van het Humanisme en de Reformatie tot aan de Verlichting en de Romantiek. Om tenslotte te eindigen bij de schaduwlanden van de twintigste eeuw. Mackay laat daarbij zien op welke wijze hij de geschiedenis heeft geprobeerd te onderzoeken aan de hand van verschillende theorieën en talloze bronnen. Hij neemt de lezer mee in de vragen die bij hem opkomen en in zijn zoektocht naar antwoorden: ‘Na al deze zoektochten en verkenningen ben ik terechtgekomen bij het Grote Huis van de christelijke geloofstraditie. In dat Huis wil ik wonen’. Door zijn persoonlijke ervaringen en ook zijn geloofsvragen continue door zijn boek heen te weven, maakt Mackay duidelijk dat het om zijn interpretatie gaat. Daardoor schept hij ruimte voor andere interpretaties van de lezer. Ewald Mackay eindigt zijn boek met de notie dat Gods hand over de geschiedenis is. En dat we op weg zijn naar het einde der tijden. Dan is de aardse stad voorbij en zal de stad van God, het hemelse Jeruzalem, neerdalen uit de hemel.