• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

Spanning

Het Hoornbeeck College publiceerde een gevarieerde toerustingsbundel voor reformatorisch onderwijspersoneel, getiteld: Spanning. Bijbel en actualiteit binnen het reformatorisch onderwijs. Het is een fris, levendig en gekruid boeket van essays, columns en betogen.
Langs drie lijnen wordt de thematiek van de huidige spanning tussen Bijbel en actualiteit concreet gemaakt: voor ons persoonlijk, voor de school en voor ons optreden ten opzichte van de naaste in de wereld. Ruim twintig onderwijsbestuurders, predikanten, wetenschappers en politici leveren een bijdrage aan de bundel, die afgesloten wordt met kernachtige aanbevelingen. In deze veelzijdige bundel begint men bij de basis. De Reformatie wordt getypeerd als „een existentieel, bevindelijk verhaal” waarin de herontdekking van de toegerekende gerechtigheid van Christus de kern vormt (”sola gratia”, ”sola fide”). We lezen van de betrouwbaarheid, waarachtigheid en onmisbaarheid van Gods Woord, dat in de dagelijkse realiteit levend en krachtig moet inwerken (”sola Scriptura”). Dit Woord van God dient gelezen te worden in gemeenschap met de Kerk der eeuwen en met onze gereformeerde belijdenis. Praktijk en identiteit Maar hoe functioneert deze belijdenis in de praktijk? Ze moet immers harten raken! Daarom zijn onze jongeren niet gebaat bij verstolling of automatisme. Het is nodig dat de Bijbelse geloofsleer doorleefd en voorgeleefd wordt. Dan worden bewogenheid, ootmoed, ernst en gunnende liefde ervaren. Daarbij is het belangrijk om de ”leegheid” van een wereld zonder God aan te wijzen. Maar hoe leeg kan de reformatorische wereld zelf zijn? Waar is het Bijbelse gezag, het oprechte wandelen voor Gods aangezicht, het levende eeuwigheidsbesef? Daarom: „Het mooiste teken van Gods Rijk dat leerlingen kunnen zien en merken is een leraar of ouder die werkelijk leeft uit de verborgen omgang met God in Christus en die daar in woorden en daden gestalte aan geeft.” Van verschillende kanten staat de identiteit van reformatorisch onderwijs onder druk; ook van binnenuit. Sommigen denken dat toenadering tot de Rooms-Katholieke Kerk of de evangelische beweging een optie is. Dit is naïef; de kloof tot de Rooms-Katholieke Kerk is onverminderd diep. En de evangelischen houden ons wel een spiegel voor, maar hun geloofsinhoud is uiteindelijk een geheel andere. Een ander groot gevaar is het theïstische denken dat in de gereformeerde gezindte ingang zoekt. Vakkundig en overtuigend wordt aangetoond dat een combinatie van de evolutietheorie met het Woord van God een godonterende en doodlopende weg is. De bundel bevat een hartverwarmend betoog voor inclusief en passend onderwijs. En een zeer behartigenswaardig pleidooi voor de waarde van het woord (en het Woord) te midden van de huidige beeldcultuur met de alomtegenwoordige smartphones: „Als het beeld het Woord verdringt, wordt geloof niet meer gewerkt en rest slechts nihilisme.” Complexe samenleving Er is aandacht voor de spanning tussen participatie en distantie ten opzichte van de omringende samenleving, zoals met betrekking tot burgerschap, de islam en de zich opdringende ideologie van de genderneutraliteit. Ook externen komen aan het woord: Voorzitter van de VO-raad Paul Rosenmöller en voormalig voorzitter van de MBO Raad en PvdA-Kamerlid Van Zijl vragen zich af of het Hoornbeeck College wel voldoende oog heeft voor de pluriformiteit en complexiteit van de samenleving. Maar ze spreken ook waardering uit voor de kwaliteit van de school. Enkele bijdragen zoeken expliciet naar nieuw elan voor het reformatorisch onderwijs. Men verwijst naar het gebedsleven van mensen van het eerste uur. En, verder terug in de tijd: naar de levende en krachtige praktijk der godzaligheid van de Nadere Reformatie. Men onderstreept het belang van toerusting en morele vorming van de leerling, vergezeld van het oude adagium: „Wij spreken geen woorden maar leven ze.” Personeel op reformatorische scholen heeft met dit boek veel waardevolle aanzetten tot reflectie en bezinning in handen. Sommige bijdragen zijn prikkelend en nodigen uit tot verdere doordenking, tegenspraak of uitwerking. Dit past bij de opzet van het boek. Bevoorrecht In het brede scala van onderwerpen had een kritische bespreking van het zogenaamde ”new calvinism” niet misstaan. Dit komt momenteel op in reformatorische kring. Maar onder vertrouwde woorden kan een geheel andere lading schuilgaan. Het ”verondersteld geloof” ligt altijd weer op de loer. In alle tijden is geprobeerd om van het ”wonder van vrije genade” iets af te doen. In het zaligmakende werk handhaaft God Zijn recht (Heidelbergse Catechismus zondag 5). Dat wordt door Gods kind ondervonden en doorleefd. En dat kan alleen God Zelf oplossen, door de toegerekende gerechtigheid van Christus. Sommige bijdragen hadden wat meer reliëf en tegelijk meer evenwicht kunnen krijgen met de notie van Gods „gans vrij, rechtvaardig, onberispelijk en onveranderlijk welbehagen” (Dordtse Leerregels, hoofdstuk 1, paragraaf 15). Al met al onderstreept de bundel het grote voorrecht van reformatorisch onderwijs. Zijn we aan deze onverdiende zegen te veel gewend geraakt? Of is er onderlinge liefde, waarbij we respectvol zoeken naar wat bindt? Is er liefde tot Gods eer en tot de zielen van onze jongeren? Dan is er gebed voor de scholen! We hebben elkaar in deze platte, gure en goddeloze samenleving hard nodig. Ontmoet elkaar bij Schrift en belijdenis. Bevraag elkaar op de praktische uitwerking en doorwerking. Bevraag elkaar bovenal op de bevindelijke doorleving: hoe functioneert de Bijbelse geloofsleer, hoe functioneert de inhoud van de gereformeerde belijdenis in de praktijk? Met name de Dordtse Leerregels zijn een goudmijn. In dit boek wordt Luther geciteerd. Hij schreef: „Christus woont nergens anders dan bij zondaars.” De vraag blijft dan toch prikken: waar zijn in het reformatorisch onderwijs de zondaars?