• levering binnen 2-3 werkdagen
  • veilig betalen

Daniëls kinderlijke vreze

Zomer 2024 heeft ds. D.E. van de Kieft in zijn toenmalige gemeente Urk een serie preken gehouden over het boek Daniël. De eerste zes preken, handelend over Daniël 1-6 (een preek per hoofdstuk), vindt u in dit boek.

De preken zijn Schriftuurlijk-bevindelijk met een duidelijke Schriftuitleg, een ook voor de jeugd begrijpelijk taalgebruik, maar ook zeer actueel. Vanuit de tijd waarin Daniël in Babel leefde worden lijnen getrokken naar de hedendaagse actualiteit. Tal van zaken worden benoemd zoals bijvoorbeeld ‘opzoeken van grenzen’, alcohol, drugs, onze mooie auto, woninginrichting, klimaatverandering en zelfs onze ‘footprint’. ‘Onze footprint is te groot. We leven veel te overdadig en te overvloedig’ (p. 107). In de eerste preek wordt aandacht besteed aan het begin van het vakantieseizoen. ‘Op zich is vrije tijd niet verkeerd, als deze maar niet ónze tijd wordt, waarin wij doen wat wíj willen’ (p. 20). En wat het op zichzelf gericht zijn van de moderne mens betreft: ‘Veel mensen zeggen: Ik heb God nodig voor mijn ziel, voor de eeuwigheid. Voor de tijd zoek ik het zelf wel uit. Voor de tijd vertrouw ik op mensen, op vaccinaties, op verzekeringen’ (p. 94).

 

Regelmatig wordt ieder de spiegel voorgehouden en worden indringende vragen gesteld. ‘Wat doen wij voor onze God? Sparen wij ook geen kosten, geen tijd, geen moeite  voor onze God? Doen wij alles voor Hem, geven wij Hem alles wat Hem toekomt’ (p. 54). ‘Komt u elke dag uit voor uw principes? Zijn uw woorden in overeenstemming met uw daden? Thuis, onderweg, bij uw vrienden, op uw werk? Of bent u iedere keer iemand anders?’ (p. 21).

 

Met warme, pastorale bewogenheid wordt gewaarschuwd voor een bekering die niet uit God is. ‘We kunnen wel iets in onze gedachten krijgen wat ons troost, maar daarmee zijn we nog niet bekeerd’ (p. 141). Wat betekent het in eigen kracht bekeerd te zijn? ‘Dat u in het rijk van koning satan van de afdeling goddelozen overgegaan bent naar de afdeling nette mensen’ (p. 46). ‘Het zal een verloren zaak moeten worden op aarde, om het behoud te vinden in Christus. Om alles te verliezen en alles in Christus te mogen hebben’ (p. 119).

 

In de preken wordt weergegeven wat het leven der genade inhoudt. ‘Kinderlijke vreze maakt een geestelijke bedelaar. En als de Heere in die bedelaarshand Zijn genade, Zijn weldaden en verhoring geeft op het gebed, dan komt er zo’n blijdschap, verwondering, aanbidding en een loven van de Heere in ons hart, dat we Hem in het oog hebben’ (p. 39). ‘En dan is het elke keer genade om weer verootmoedigd te worden. Om weer niets te worden, om weer een bedelaar te worden’ (p. 43). We hopen dat de belangstelling voor deze preken zodanig is, dat ook de overige preken over het boek Daniël in boekvorm zullen verschijnen. Het
voornaamste is dat het lezen of horen lezen (in de kerk) door de Heere gezegend mag worden aan de harten van jongeren en ouderen. Maar ook dat ze tot onderwijs en bemoediging mogen dienen van diegenen die geen vreemdeling zijn van het leven der genade.

Daniëls kinderlijke vreze

Ds. D.E. van de Kieft
vanaf 1795