Er verschijnen allerlei publicaties over gezinsvorming, waardoor het onderwerp uit de onbesproken privésfeer komt. Met het boekje ”Gezinsvorming in een gebroken wereld” geeft Henrieke Schouten antwoorden op vragen over deze thematiek en laat ze de lezer nadenken over persoonlijke beslissingen. Zelf is ze moeder van vijf kinderen en weet dus waarover ze spreekt als het over een groter gezin gaat. Het is mooi om te lezen dat door het hele boek een moeder aan het woord is die intens geniet van het krijgen van kinderen, die een grote liefde heeft voor het leven, die kinderen als een bijzondere zegen ziet en die dicht bij het Woord wil leven. Wat ze schrijft is persoonlijk getint: ze neemt de lezer mee in een zoektocht die ze zelf doormaakte. Tegelijk is het verhaal breder dan haar eigen gezin omdat ze ook andere echtparen aan het woord laat. Vaak zijn dit treffende, pakkende stukjes die je blikveld kunnen verruimen.
Net als bij veel andere christelijke boeken over gezinsvorming komt in dit boek naar voren dat dit thema in de tijd van de Bijbel niet bestond. Door de natuurlijke geboorteregeling via borstvoeding kon een vrouw doorgaans hooguit zes of zeven kinderen krijgen. En kinderen zijn een zegen, dus ieder kind was meer dan welkom. In onze tijd kan een echtpaar dat samen normaal vruchtbaar is elk jaar een kind krijgen. Zo was het oorspronkelijk dus niet.
De auteur wil de Bijbel naspreken en trekt lijnen naar onze tijd. Zo beargumenteert ze dat seksuele gemeenschap uitsluitend in het huwelijk thuis hoort. Ook noemt ze dat christenen gehoorzaam moeten zijn aan Gods opdracht om kinderen voort te brengen. Daarin ontvangen ze Gods zegen. Ieder stel is daartoe geroepen. Daarbij stelt ze de vraag wanneer en op welke manier we aan die roeping moeten beantwoorden. De auteur schept hiermee voor zichzelf en voor haar lezers ruimte: het gaat wel om een opdracht, maar niet om automatische gehoorzaamheid. Persoonlijk heb ik daar wel vraagtekens bij. Als Gods roeping zo duidelijk is, waarom dan deze ruimte zoeken? De auteur stelt dat als je geen verlangen hebt naar een volgend kind, dat kind dan niet gewenst is. Als je niet openstaat voor een zwangerschap, kun je er volgens haar beter niet aan beginnen. Hoe vaak zal het echter niet zo zijn dat het verlangen naar het volgende kindje groeit naarmate de zwangerschap vordert? Voor de auteur lijkt het verlangen vóóraf doorslaggevend. Daarmee legt ze de uiteindelijke beslissing in het gevoel. Dat vind ik riskant, want ons gevoel is niet zo’n goede richtingwijzer. Het eigen verlangen kan daarmee zomaar in de plaats komen van het verlangen om in alles Gods wil te doen en op Hem te vertrouwen. Tot dat laatste moedigt Schouten zeker aan als ze elders schrijft dat elk kind door God gewild is en dat de Schepper je nooit in de steek zal laten als je voor nieuw leven gaat zorgen. Kortom: haar gedachtegang is niet zo consistent.
Zelf kan ik wél veel met het onderscheid tussen draagkracht en draaglast dat ze maakt. Als ouders het maar ternauwernood aankunnen om de kinderen die al aan hen zijn toevertrouwd de juiste zorg te geven, dan is vanuit goed rentmeesterschap een volgende zwangerschap onverstandig. Er komt veel op jonge gezinnen af. Daarbij laat de auteur zien dat ze zelf de gebrokenheid van het opvoeden kent. Ze pleit ook voor ontspanning en tevreden zijn met wat je hebt in plaats van steeds méér te willen. Ze laat
zien dat moeiten niet alleen lastig zijn, maar je ook vormen tot geestelijke volwassenheid. De auteur bewondert Gods plan met seksualiteit en komt tot verschillende doelen ervan. Als ze echter stelt dat verzoening een van de doelen is van gemeenschap, dan gaat me dat iets te snel. Vrijen bij onenigheid is meestal niet zo’n goed idee voor de meeste vrouwen, omdat geborgenheid en veiligheid nodig zijn om zich open te kunnen stellen. En dat lukt niet goed bij een ruzie. Wat wel goed kan is het vieren van de liefde als de verwijdering beslecht is.
Behoudens de gemaakte kanttekeningen heb ik veel waardering voor de open en eerlijke manier waarop Schouten schrijft, voor haar liefdevolle toon, voor de warmte waarmee ze spreekt over de mogelijkheid om leven te kunnen geven, de opvoedtips zomaar tussendoor, het overzichtelijk op een rij zetten van manieren van geboortebeperking en de ethische afwegingen daarbij. De grote meerwaarde van dit boekje is het overwegen van de geestelijke dimensie van het krijgen van kinderen. De Heere wil Zijn Koninkrijk bouwen door de kinderzegen te geven. Via christelijke gezinnen wordt de geestelijke werkelijkheid doorgegeven. Daarin een schakel te mogen zijn, is een groot voorrecht.