• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

Koren en kaf op de dorsvloer

Op welke manieren gebruikt de kerkvader Augustinus het woord dorsvloer als beeld van de kerk? Over die vraag schreef ds. J.B. ten Hove (PKN, herv.) een vuistdik proefschrift. Een dissertatie over één woord? Maar... dat onderzoek brengt meer aan het licht.

Augustinus blijkt goed op de hoogte te zijn van het boerenleven in Noord-Afrika. Hij weet dat ook beeldend te beschrijven. Steeds weer komt hij uit bij de dorsvloer met koren en kaf. Dat is een beeld van de kerk, een gemengd lichaam met echte en naamchristenen. Daarmee staat hij midden in de vroeg-kerkelijke traditie.

Ook de dorsvloer van Gideon met het vlies erop is een beeld van de kerk. Met behulp daarvan maakt Augustinus de verschillende bedelingen van het heil duidelijk: het Oude Testament, het Nieuwe Testament en in Augustinus' oudste geschriften ook het duizendjarig rijk. We lezen hier eveneens over de toekomst van Israël.

De meeste aandacht geeft de kerkvader echter aan de leer van de katholieke kerk tegenover andersdenkenden: de manicheeërs (een sekte buiten de kerk met Perzische wortels), meer nog de donatisten, een van de kerk afgescheiden groep, en nauwelijks de pelagianen. Steeds weer komt hij terug op een uitspraak van Cyprianus: Buiten de kerk (de dorsvloer) geen zaligheid. Donatisten hebben zich afgescheiden, ze zijn vóórtijdig weggewaaid kaf van de dorsvloer.

Augustinus zegt: niet afscheiden maar verdragen. Als er al korenkorrels bij zijn, worden die later terug geveegd naar de dorsvloer van de kerk of door de vogels opgepikt. Deze afscheidingskerk wordt van alle kanten bezien. Augustinus laat de katholieke christenen ook tot zichzélf inkeren. Hij grenst eerst de katholieke kerk af van scheurmakers, ketters, Joden en heidenen. Daarna komt de onvermijdelijke vraag: ben ik koren of kaf?

Hoofdkenmerk is de liefde die de Geest in het hart uitstort: de liefde maakt de korenkorrels zwaarder en het ontbreken ervan het kaf lichter. Deze liefde moet zich uiten in een heilig leven. We treffen geestelijke noties aan, zoals zelfonderzoek, veranderen van kaf in koren (bekering), gehecht zijn aan Christus en aan Zijn Woord, leven van genade, uitzien naar Christus' heerlijkheid. Ds. Ten Hove sluit zijn onderzoek af met de definitieve scheiding van koren en kaf door de wan: het laatste oordeel. Ten laatste trekt hij slotconclusies. Een samenvatting, lijst met afkortingen, bibliografie en een register maken dit mooie boek compleet. De deelconclusies na elk deelonderwerp maken het boek overzichtelijk. Ook herhalingen door overlappingen geven de lezer steun. Uit deze dissertatie valt veel over Augustinus en zijn opvattingen te leren.