• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

Ook nog ter sprake gebracht

In 2004 verscheen van auteur Jan van der Graaf 'Ze hadden wat te zeggen', in 2009 'Ook zij hadden wat te zeggen'. Beide uitgaven bevatten 'vijfentwintig miniaturen over reisgenoten'. Nu brengt hij nu nog eens evenzoveel miniaturen uit over personen met wie hij kortere of langere tijd verantwoordelijkheden deelde of tot wie hij zich op enigerlei wijze verhield. Ze bestrijken een breed terrein in kerk en samenleving.

Een citaat uit Ten geleide: "Tweemaal eerder schreef ik een bundel met 25 miniaturen over reisgenoten. De eerste, Ze hadden wat te zeggen (uitgave Groen, Heerenveen 2004), bevatte schetsen over overleden personen die voor mij van betekenis, soms oriënterend, waren geweest en met wie ik al vroeg contacten kreeg. De tweede bundel, Ook zij hadden wat te zeggen (Groen, Heerenveen 2009), handelde over personen uit grosso modo een generatie dichterbij. En dan nu een derde bundel, over personen van mijn generatie met wie ik optrok of in aanraking kwam. We gingen samen in bepaalde kerkelijke of maatschappelijke verbanden of we verhielden ons tot elkaar in de publiciteit. Allen bij elkaar vormen ze een breed spectrum, kerkelijk van Gereformeerde Gemeenten in Nederland tot Nederlands Gereformeerd en wat daar aan Hervormd tussen ligt, en politiek gezien van SGP tot ‘Doorbraak’. Dat betekent uiteraard niet dat er altijd in alle opzichten gemeenschappelijkheid van gevoelen of overtuiging was. Maar er was verwantschap en bij verschillen gold voor mij een adagium dat me ooit in mijn studententijd werd aangereikt: 'Wees zakelijk scherp maar persoonlijk mild'."
Het is onmogelijk om in deze bespreking recht te doen aan de 25 bijdragen van Jan van der Graaf. Daarom zal ik enkele typerende gedeelten voor het voetlicht brengen. Het is een selectie uit een selectie. Om een evenwichtig beeld te krijgen, moet u dit boek zelf aanschaffen en per persoon deze bijdragen lezen. Het is de moeite waard.


Over ds. C. den Boer 1931-2019)

 

Bevindelijk
Cor den Boer was een bevindelijk mens en zo ook een bevindelijk prediker: vanuit het Woord naar het hart, nooit gegoten in een voorbedacht systeem, altijd doortrokken van het onwederstandelijke werk van de Heilige Geest. Doorleving ook van het recht Gods, met zicht op de Borggerechtigheid van Christus. Zo heeft hij de gemeenten die hij diende vaste grond onder de voeten gegeven: in Veen, Sliedrecht, Zeist, Wageningen, Woudenberg en Bilthoven. Van die vaste grond heeft hij ook getuigenis gegeven in de leerdiensten, die hij in Zeist hield over de Dordtse Leerregels, daarna uitgegeven onder de titel 'Om ’t eeuwig welbehagen'. Wie Cor den Boer over de verkiezing hoorde (s)preken, werd bij de klare bronnen van het geloof gebracht. Pastorale theologie! Den Boer heeft ook gedoceerd. Vanaf 1991 gaf hij, samen met ds. H.J. de Bie, leiding aan de Theologische Hogeschool 15,95van de Gereformeerde Bond (THGB). Daar kon hij voor een reeks van kerkelijke werkers te gelde maken wat hij met hoofd en hart verworven had.


Einde
Zijn leven werd de laatste jaren geleidelijk afgebroken. Met lijdzaamheid liep hij de loopbaan tot het eind, ziende op de overste Leidsman en Voleinder van het geloof. Toen we elkaar nog niet kenden, zag ik hem – in zijn Sliedrechtse tijd – bij de uitgang van de kerk in Wijngaarden, waar de rouwdienst was gehouden voorafgaand aan de begrafenis van ds. D.J. van de Graaf. Ik hoorde hem tot enkele mensen zeggen: 'Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen die Uw Naam ootmoedig vrezen.' Tal van metgezellen heeft hij hier op de levensreis gehad. Hij heeft er een ontelbare schare bijgekregen, nu met zijn betreurde dochter Marijke. De vreemdelingschap vergeten.


Over ir. L. van der Waal (1928 – 2020) We zijn pelgrims


Geworteld
Tijdens zijn studietijd raakt Leen van der Waal nauw verbonden aan ds. W.L. Tukker, die van 1948 tot 1955 predikant was in Delft. Die heeft hem voorgoed op het spoor van de hervormd-gereformeerden, ofwel de Gereformeerde Bond in de Nederlands Hervormde Kerk gezet. Van der Waal was afkomstig uit wat hijzelf noemde 'een door het piëtisme gestempeld milieu', vooral van moederskant. Zijn grootvader, opa Den Hoed, is vele jaren oefenaar geweest voor een conventikel in Ridderkerk. Dat conventikel werd in 1907 opgeheven, waarna deelnemers zich aansloten bij de Gereformeerde Gemeenten. De ouders van Leen gingen over naar de Hervormde Kerk, waartoe zijn vader van huis uit behoorde. Daar werden al hun kinderen gedoopt. Later gingen ze met een deel van hun kinderen over naar de Gereformeerde Gemeenten. Leen bleef Hervormd. Hij leerde van ds. Tukker "dat de kerk niet iets is wat wij mensen tot stand brengen, maar dat zij door God bijeengeroepen is, en dat wij daar onze plaats mogen innemen, ook al heeft die kerk gebreken." Bij hem proefde hij "diepe verbondenheid met het gedachtengoed van Reformatie en Nadere Reformatie en een persoonlijke doorleving van de leer van de kerk, maar tegelijkertijd ook een dienend staan in de breedte van die kerk." Tukker zei van zichzelf dat hij iemand was "van het ruime Evangelie van de smalle weg".


Lange weg naar het einde
Hoe geducht moest God wel niet wezen als hij het machtige heelal aanschouwde. En wat had hij (Van der Waal) ervan terechtgebracht? Kon er nog maar eens 'een vonk' overspringen! Maar op zijn schrijftafel in het verpleeghuis Salem lag een verhandeling van Ebenezer Erskine over Kolossenzen 2:6: 'Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem'. Daarin noemt Erskine zes gronden om te pleiten op de 'genade des geloofs'. Leen had ze alle onderstreept. De eerste pleitgrond wordt gevormd door Gods 'toezeggingen en beloften'. God is betrouwbaar in Zijn Woord. Daarop mocht hij vertrouwend heengaan.
Op 10 september 2020 is hij in het verpleeghuis Salem in Ridderkerk overleden en aldaar begraven na een dienst in de Singelkerk. Boven de rouwkaart stonden de woorden uit Psalm 130 vers 3 en 4: 'Zo gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! Wie zal bestaan? Maar bij U is vergeving opdat gij gevreesd wordt.'
De 25 miniaturen zijn vanuit de visie en ervaring geschreven. Van der Graaf eindigt zijn Ten geleide met de volgende woorden: "Waar mensen elkaar wezenlijk ontmoeten, is sprake van wederkerigheid: geven en ontvangen." Dat typeert de ontmoeting en van Van de Graaf met deze 25 reisgenoten. Men hoeft geen predikant te zijn om dienstbaar te zijn in Gods Koninkrijk. Met respect denkt de schrijver terug aan allen over wie hij schreef.


Ook deze bundel van Jan van der Graaf is het waard om te lezen. Neem en Lees!

Ook nog ter sprake gebrac...

Jan van der Gra...+
vanaf 1595