In zijn nieuwste boek maakt dr. Klaas van
der Zwaag de balans op van 500 jaar
Reformatie. Over de Rooms-Katholieke
Kerk is hij voorzichtig hoopvol: “De
spannende vraag is in hoeverre een
toenemende Bijbelse oriëntering bij Rome
in de toekomst de vaste en bestaande
‘roomse’ kaders kan doorbreken.”
De titel van het boek, Reformatie vandaag, 500 jaar
Hervorming in debat met Rome en nieuwe vormen
van doperse radicaliteit, is veelzeggend.
De reformatorische beweging uit de zestiende
eeuw kende twee tegenstanders: de Rooms-
Katholieke Kerk én de anabaptisten oftewel
het doperdom. Aan de ene kant was er het
machtsinstituut Rome, dat niet in staat was
om antwoorden te geven op geestelijke vragen
van gelovigen. Aan de andere kant waren er de
anabaptisten, die vonden dat de hervorming
van de gereformeerden niet ver genoeg ging. De
bevrijding van het juk van Rome ging bij hen
gepaard met “ongelimiteerde vrijheid”. Van der
Zwaag beschrijft de situatie als volgt: “Was Rome
een gevaar van buitenaf, de dopersen ontwikkelden
zich tot een bedreiging van binnenuit”.
Middenpositie
Tussen beide bewegingen in nemen de
gereformeerden volgens Van der Zwaag nog
steeds een middenpositie in. Met het ‘doperdom’
van vandaag de dag bedoelt Van der Zwaag een
breed scala aan “radicale” christelijke bewegingen
en kerken, zoals baptisten, pinkstergelovigen en evangelischen.
“Ik zie steeds weer een golfbeweging in de geschiedenis”, zegt Van
der Zwaag naar aanleiding van zijn boek. “Kerken worden in de loop
van de tijd instituten die soms te veel verstarren. Als dat gebeurt, zijn
er altijd weer mensen die het vuur erin proberen te brengen.”
Charismatische beweging
Zo ontstond ook de evangelische en charismatische beweging,
waarover Van der Zwaag ook in zijn boek schrijft. Er is zelfs
ook een charismatische beweging binnen de Rooms-Katholieke
Kerk. Van der Zwaag ziet hier zeker iets positiefs in. “Door de
charismatische beweging zien rooms-katholieken de waarde in
van een persoonlijk geloof. Er ligt veel nadruk op het werk van de
Geest. Dat is positief, zolang het niet in strijd is met het Woord.
Het is goed als we ernaar verlangen om meer vervuld te worden
met de Heilige Geest. Gereformeerden zeggen daarover weleens:
‘Een christen lee vaak beneden zijn stand’. Natuurlijk mag het niet
eindigen in de mens zelf en in zijn eigen gaven.”
Aandacht voor de Bijbel
Niet alleen de reformatorische kerken, ook de Rooms-Katholieke
Kerk hee sinds de zestiende eeuw een ontwikkeling doorgemaakt.
Aan grondposities van Rome is niet getornd. Van der Zwaag schrijft
dat de kerk haar sacramenteel gefundeerd kerkbegrip alleen maar
sterker hee verdedigd, de apostolische successie met aan het hoofd
de paus hee verstevigd en de Mariaverering hee aangemoedigd.
Daarnaast is het rooms-katholieke systeem volgens hem nog steeds
gebaseerd op de medewerking van de mens met het heil.
Tegelijkertijd is er ook veel ten goede veranderd. Zo is er veel meer
aandacht gekomen voor de Bijbel en wordt die door individuele roomskatholieken
veel meer gelezen. “De spannende vraag is in hoeverre een
toenemende Bijbelse oriëntering bij Rome in de toekomst de vaste en
bestaande ‘roomse’ kaders kan doorbreken”, schrijft hij.
Rechtvaardiging
Verder noemt hij de openlijke instemming van de Rooms-Katholieke
Kerk met het leerstuk van de rechtvaardiging door het geloof alleen.
Dit zou rooms-katholieken en protestanten vandaag de dag bij
elkaar kunnen brengen. Tegelijkertijd schrijft Van der Zwaag wel dat
rooms-katholieken met ‘rechtvaardiging door het geloof ’ totaal iets
anders bedoelen dan protestanten. Is dat niet juist verwarrend?
“De instemming met de rechtvaardiging door het geloof hee
de Rooms-Katholieke Kerk niet wezenlijk veranderd, maar hee
haar wel dichter bij de beginselen van de Reformatie gebracht”,
antwoordt Van der Zwaag. Hij refereert aan het rooms-katholieke
Luther-congres dat twee jaar geleden plaatsvond in Erfurt. Hier
werd Luther niet meer afgeschilderd als een rebel of als een
verwoester, maar als een hervormer van de kerk.
Van der Zwaag ziet de toekomst hoopvol tegemoet. “Wie vertrouwen
hee in het verrassende werk van de Geest, zal van Hem verwachten
dat de meest taaie vestigingen en vastgeroeste posities opengebroken
kunnen worden”, schrijft hij aan het eind van zijn boek.