• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

Reformatie vandaag

Al dertig jaar houdt kerkjournalist bij het Reformatorisch Dagblad dr. Klaas van der Zwaag zich bezig met de verhouding Rome-Reformatie. Niet alleen Rome is daarmee in die jaren voor hem dichterbij gekomen. Ook het doperse front waarmee de Reformatie zich in de zestiende eeuw had te verhouden, weet hij steeds meer te waarderen; hij ziet dat als een vorm van radicaal christendom dat ernst maakt met de levensheiliging.
Beide fronten bracht hij de afgelopen jaren in kaart met als resultaat een in april te verschijnen studie van zijn hand: Reformatie vandaag. 500 jaar Hervorming in debat met Rome en nieuwe vormen van doperse radicaliteit. We spreken met Van der Zwaag naar aanleiding van dit boek over zijn oecumenische weg in de kerk. Na drie decennia is de kerkredacteur het nog lang niet moe: “Het intrigeert mij nog steeds behoorlijk dat je overal gelovigen tegenkomt met wie je verwantschap voelt.” Herkenning met gelovigen ‘overal’ impliceert voor Van der Zwaag dus ook herkenning in die stromingen die de fronten vormden waar de Reformatie tegen streed in de zestiende eeuw: Rome en de dopers. Van der Zwaag: “Ik heb alle documenten van het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) doorgeploegd. Wat mij opvalt, is dat de Bijbel een steeds centralere plaats heeft gekregen in de Rooms-Katholieke Kerk. Ook het schema natuur-genade is er inmiddels doorbroken; bij Rome gaat het eveneens om een God die zich openbaart. Daarbij is er inmiddels sprake van een grote herwaardering voor Luther.” Het wordt dan ook tijd dat we bepaalde protestantse clichés over Rome achter ons laten, vindt Van der Zwaag. Het idee dat een rooms-katholiek door goede werken zalig moet worden bij voorbeeld. “Dat is echt een karikatuur. Ook de Rooms-Katholieke Kerk zet in bij de genade van God. Het is niet terecht deze kerk pelagianisme of semi-pelagianisme te verwijten. Wel heeft een rooms-katholiek een positiever mensbeeld dan een gereformeerde; een mens is in staat om op Gods genade te antwoorden. Maar we moeten begrijpen dat Rome beducht is voor een geloof zonder de werken. Het idee dat de mens totaal verdorven is, zou immers makkelijk kunnen leiden tot het ontlopen van verantwoordelijkheid.” Fantoom Van der Zwaag vindt het kwalijk om oude tegenstellingen te blijven herhalen. “De tegenstellingen zijn ontstaan ten tijde van het Concilie van Trente (1545 -1563). Rome bestreed Luther, maar men had zijn werken nauwelijks gelezen en begreep zijn intentie ook niet. Men bestreed eigenlijk een fantoom. Als je elkaar bestrijdt, terwijl je elkaar niet kent, krijg je stereotypen en karikaturen. Er is nu ook bij Rome veel meer inzicht gekomen in het debat van toen. Men beseft nu dat Luther best wel een punt had toen hij zich te weer stelde tegen het boete- en biechtsysteem in zijn tijd, waarbij vergeving afhing van de mate van berouw die de boeteling had. We moeten deze ontwikkelingen eerlijk erkennen.” Het overbruggen van die oude tegenstellingen heeft de meeste kans van slagen op het grondvlak, aldus Van der Zwaag. “Ik ben geraakt door het boek Een in de levende Christus van ds. H. J. Hegger, met een voorwoord van kardinaal Simonis. Hegger heeft mij wel eens persoonlijk gezegd veranderd te zijn ten aanzien van Rome door het doen van Bijbelstudie met rooms-katholieken. Dan ontdek je dat je elkaar als medebroeder en -zuster in Christus erkent. Vandaaruit kun je elkaar vinden om vervolgens door te praten over verschillen die er altijd blijven tussen Rome en Reformatie.” Van der Zwaag zoekt in het tweede deel van zijn boek de verbinding met charismatische stromingen. “De dopers of anabaptisten trokken in de tijd van de Reformatie de uiterste consequentie van het sola scriptura; ze wilden zich niet verbinden met wereldlijke macht, zoals de mainstream-reformatie dat wel deed. Verzwagering met macht is gevaarlijk, dat hebben we gezien toen het christendom in de vierde eeuw met de bekering van keizer Constantijn de Grote (274-337) staatsgodsdienst werd. Het doperdom is in grote lijnen een Bijbelse beweging geweest, al heb ik grote bezwaren tegen hun verwerping van de kinderdoop. De vervolging van hen door medeprotestanten is een zwarte bladzijde in onze geschiedenis.” “In mijn werk kwam en kom ik ook veel charismatische christenen tegen”, vervolgt Van der Zwaag. “Ik stond vroeger best kritisch tegenover evangelische christenen, maar heb ook hen leren waarderen. Met hun nadruk op hart en handen, op het werk van de Geest en de vervulling met de Geest, op de groei in het geloof, brengen ze Bijbelse noties onder de aandacht. We zeggen het in onze eigen kring ook wel eens: Gods volk leeft doorgaans onder zijn stand. Charismatische christenen kunnen ons op dit punt bij de les houden. Er is nog zoveel meer te krijgen dan we denken.” “Ik waardeer het doperdom daarom ook als legitieme vorm van de Reformatie. Daarbij leven we nu aan het einde van het Constantijnse tijdperk en is het charismatische gedachtegoed actueel als het bijvoorbeeld gaat om gemeentezijn in deze tijd. De charismatische geloofsgemeenschappen zijn de snelste groeiende kerken in de wereld, met name in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.” “Ten aanzien voor zowel doperdom als rooms-katholicisme geldt overigens - om met een woord van A.A. van Ruler te spreken - : ‘je hebt de ander nodig om de waarheid te verstaan.’ Zo vatte Van Ruler de kern van tolerantie op. Tradities vullen elkaar aan en corrigeren elkaar.” Gevaarlijk Ondanks zijn affiniteit met beide fronten van de Reformatie, blijft van der Zwaag in hart en nieren reformatorisch. “Bij Rome komt het werk van de Geest mogelijk in de verdrukking door het instituut, maar ook de nadruk op het werk van de Geest los van het Woord en de kerk is gevaarlijk. Er is altijd de corrigerende instantie van de kerk als een tegenover nodig. Het werk van de Geest en de ervaring mogen nooit verabsoluteerd worden, dat leidt tot ongelukken. De Reformatie heeft eigenlijk wat dit betreft de juiste balans gevonden.” Verabsolutering van het gevoel los van het Woord ziet hij zowel in evangelische als bevindelijke kringen. “Misschien is dit wel het gevoeligste onderwerp in het boek.” Ook om elkaar te vinden als gelovigen heb je de kerk en de traditie nodig. “De kerk is er namelijk altijd al, die sticht je niet zelf. God is er ook eerder dan jij. Jouw geloof is een reactie op wat God heeft beloofd in jouw doop. Ik ben bang voor subjectivisme en voor zelf gestichte en zelfgekozen gemeenschappen waarin je het zo goed hebt met elkaar.’’ Als zoon van de Reformatie vindt Van der Zwaag dat de kerk steeds weer ge-reformeerd moet worden. Bewegingen als de Reformatie, puritanisme, diverse opwekkingsbewegingen, Réveil of de Afscheiding uit 1834 beginnen altijd met veel vuur en passie. Als dat verdwenen is, is er een nieuwe reformatie nodig. Ik wil met mijn boek aan de kerken van de Reformatie ook de vraag stellen: Staan we nog voor de sola’s van de Reformatie? Bijvoorbeeld waar het gaat om het onvoorwaardelijke heil van Godswege en de prediking als de bediening der verzoening?” Naslagwerk Het boek, dat het karakter heeft van een encyclopedisch naslagwerk, behandelt tal van onderwerpen, zoals de oecumenische betrekkingen tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de kerken van de Reformatie, de toenadering rond de rechtvaardiging, de struikelblokken van de ambten en de paus, discussies over kinder- en volwassendoop, avondmaal en eucharistie, de verhouding tussen evangelischen en reformatorischen, recente ontwikkelingen in de refozuil, parallellen tussen bevindelijken en charismatischen, de gaven van de Geest, de verhouding mystiek, bevinding en ervaring, de uitdaging van nieuwe vormen van spiritualiteit, het verlangen naar opwekking en vernieuwing van de kerk, enzovoorts. Theologische thema’s als genade, de verhouding tussen Gods soevereiniteit en onze verantwoordelijkheid, de heiligmaking in relatie tot groei in het geloof, en de dynamiek van Woord en Geest lopen als een rode draad door dit werk. Het boek eindigt met een hoofdstuk over ‘het reformatorisch verlangen naar een charismatische kerk’ en 95 prikkelende stellingen over de kerk van de Reformatie en haar verhouding tot Rome en evangelische en charismatische geloofsgemeenschappen. Het boek (in twee banden) wordt gepresenteerd tijdens een studiebijeenkomst op 10 mei 2017 in het Hoornbeeck College, Utrechtseweg 230, 3800 AW Amersfoort. Sprekers zijn daar naast de auteur, prof. dr. P. van Geest en prof. dr. H. Bakker. Aanvang: 19.30 uur.