Genoegens in de ouderdom
Het is een genoegen in een koude winter zich bij het vuur te verwarmen. Zo is het een groot genoegen in de winterdag van de ouderdom de warmte van Gods liefde te ondervinden. Oude kinderen Gods mogen er met elkaar over spreken hoe zij de liefde van God hebben ondervonden en nog beleven. Als Gods kind oud geworden is, is het een vreugde God te kennen, het geloof te beoefenen, vrede te ondervinden en op de Heere te vertrouwen. De oude Jakob was verblijd over de zorg die hij aan Jozef had besteed. Jozef onderhield Jakob en heel zijn gezin in Egypte toen er hongersnood was. Zo is het een vreugde en een genoegen te zien dat het nageslacht de Heere dient en vreest. Het is een genoegen te overdenken dat de dood zal leiden tot een eeuwige zomer. Voor Paulus was de kroon der rechtvaardigheid weggelegd.
Vruchten van de ouderdom
In Psalm 92 staat dat Gods kinderen in de grijze ouderdom nog vruchten zullen dragen en dat zij vet en groen zullen zijn. Fruytier noemt de volgende vruchten: Oude kinderen van God maken Gods wonderen bekend, zij loven en prijzen de Heere. Zij leren hoe jongens en meisjes, hoe jonge mannen en jonge vrouwen zich moeten gedragen. Zij ondervinden in sterke mate de waarheid en de goddelijkheid van Gods Woord. Zij zijn voorbeelden van lijdzaamheid als de gebreken van de ouderdom al meer komen. Het belangrijkste is dat eenmaal de zaligheid zal komen. Zalig zijn de doden die in de Heere sterven.
Nadelen in de ouderdom
Salomo spreekt van kwade dagen. In Prediker 12 wordt dit duidelijk omschreven. De zintuigen werken minder en oude mensen kunnen niet meer in deze wereld functioneren. Zo worden ze voorbereid op de dood. De ouderdom brengt veel gebreken met zich mee. De wachters zullen beven: Armen en handen, die als wachters het lichaam moeten beschermen, gaan beven. De sterke mannen zullen zichzelf krommen: de benen worden krom. De maalsters zullen stilstaan, omdat zij minder geworden zijn: De tanden worden minder, men kan niet meer alles eten, het voedsel kan niet meer goed gekauwd worden. Ook het gezichtsvermogen wordt minder: die door de vensteren zien (zullen) verduisterd worden. Je hebt een bril nodig om te lezen. Het spreken wordt moeilijker en zachter: De deuren naar de straat worden gesloten. Hij staat op op de stem van het vogelken: Van een zacht geluid worden ouderen al wakker. Al de zangeressen (zullen) nedergebogen worden: Je kunt niet meer zingen. Oude mensen kunnen geen hoogten of heuvels meer beklimmen: Zij zullen voor de hoogte vrezen. Zij kunnen gemakkelijk vallen: Er zijn verschikkingen op de weg. Een oude man kan net zo mager worden als een sprinkhaan. De lust vergaat: Je heb nergens meer zin in. Uit al die gebreken wordt duidelijk dat de mens naar zijn eeuwig huis gaat, dat hij spoedig zal sterven.
Nadelen voor verharde zondaren
Salomo noemt de ouderdom kwade dagen vooral voor hen die in hun jonge jaren niet aan hun Schepper hebben gedacht.
Een oude, onbekeerde zondaar heeft geen enkele troost. Gods kinderen delen in de vergeving der zonden. De gebreken van de ouderdom hebben voor Gods kinderen een andere betekenis dan voor onbekeerde oude mensen. Gods kinderen dragen die gebreken geduldig, maar voor onbekeerden zijn het voorboden van de eeuwige pijn. Doorgaans wordt bij het toenemen van de pijn in de ouderdom de ziel meer en meer verhard. De Heere kan gevloekt worden omdat Hij hen dit alles aandoet. De kwalen van de ouderdom roepen op tot bekering, maar de meesten weigeren zich te bekeren. Terecht noemt Salomo de ouderdom ‘kwade dagen.’ Dit geldt vooral voor hen die in hun jeugd niet aan hun Schepper hebben gedacht.