Stevig in je schoenen
”Stevig in je schoenen” is een handzaam en leerzaam boekje over christen-zijn in een postmoderne samenleving. Een thema dat de laatste tijd veel aandacht krijgt. Bedoeld voor doorgaande bezinning. En dan niet zozeer als apologetisch handvat, maar als richtlijn voor persoonlijk handelen.
De schrijver legt in het eerste en theoretische deel het niet gemakkelijke begrip ”postmodernisme” helder uit. Hij wijst, als het gaat over secularisatie, niet alleen naar de omgeving of de naaste, maar sluit onze gezindte en zichzelf erbij in. Een open en eerlijk
spiegelen, een noodzakelijke zelfreflectie is nodig! Waardevol om te lezen dat het ‘stevig in je schoenen staan’ geen eigen verdienste is, maar verkregen wordt vanuit ontvangen wedergeboorte, hartvernieuwende genade en een leven uit Christus.
Nijsink gebruikt mooie beelden, bijvoorbeeld wanneer hij de tijd waarin wij leven vergelijkt bij een herfstbos. Of als hij Augustinus vergelijkt bij een prisma, omdat hij het licht dat voor hem straalde bundelde en verder uitzond. In hoofdstuk 4, ”Geloven in een postmoderne tijd”, stelt de schrijver dat de werkelijkheid van het postmodernisme een fragment is, een vluchtig, toevallig en onsamenhangend iets: ‘Alles is een moment!’
Het levensgevoel van de postmodernist wordt gekenmerkt door twee zaken: beleving en een waarheid die relatief is. Hoe moeten we deze facetten bezien vanuit bevindelijke gereformeerde zijde?
In dit boek wordt deze vraag mede vanuit Johannes 17:3 en Romeinen 12:2 beantwoord en uitgewerkt. Waar gaat het primair om, wat staat voorop: ervaring of waarheid? Kenmerkend voor onze tijd is het gezegde: ‘Wáár is datgene wat goed voelt en bij je past’.
Wanneer de begrippen authentiek en consumeren worden besproken, vraagt Nijsink in hoeverre wij authentiek zijn en/of door het consumentisme beïnvloed zijn. Mooi wordt verwoord op welke wijze een mens weer zijn ware identiteit vindt (blz. 77). Om goed te participeren in de huidige samenleving is kennis van de westerse cultuur van eminent belang.
Dat de schrijver historicus is, blijkt duidelijk. Het belang van het lezen van ‘boeken der ouden’ wordt warm aanbevolen. Met enige regelmaat plaatst de schrijver een persoonlijke spits. Zo ook als het gaat om het werk van de Heilige Geest. Dit is van het allergrootste belang!
Nog een enkele opmerking. Qua niveau zullen jongeren met een wat hogere opleiding dit werkje gemakkelijker lezen dan doeners. Ik noem als voorbeeld woorden als agnost, neoliberalisme, hedonistische paradox, spiritualiteit en deconstructie van de grote verhalen. Ook vereist het lezen wel enige bekendheid met cultuurhistorische en filosofische stromingen uit voorgaande eeuwen. Het is goed dat begrippen af en toe in een kader kort worden samengevat. Rest mij dit boek van harte aan te bevelen!
