Als vroom meisje werden haar zielsogen geopend onder een preek van ds. G. Meldrum (1634-1709) over Jozua 24:15: Kiest u heden, wie gij dienen zult. ‘Hij was ook de predikant onder wiens prediking ik Christus heb mogen aannemen’ (p. 157). Hij heeft haar ook geadviseerd haar ervaringen op te schrijven.
Uit haar dagboek leren we Elizabeth, een eenvoudige dienstbode, kennen als een maatschappelijk en kerkelijk betrokken jonge vrouw met een nauwgebedsleven; regelmatig ging ze samen met vriendinnen in gebed of
trok zich terug in de eenzaamheid in de natuur. De Heere heeft verschillende predikanten willen gebruiken om haar nader onderwijs te geven. Elizabeth beschrijft veel avondmaaltijden (in Schotland enkele dagen) in Edinburgh, maar ook vaak in verschillende
dorpen in de omgeving. Regelmatig mag ze hieronder een zegen ontvangen. Het gebeurt ook dat ze niet aangaat of dat alles duister blijft. ‘Hoewel ze deelneemt, neemt ze zichzelf waar als ongevoelig, levenloos en verhard’ (p. 147).
Het geestelijk leven van Elizabeth wordt gekenmerkt door op- en neergang. ‘In het begin van het vervlogen jaar woonde ik als het ware in de buitenwijken van de hemel, maar daarna als het ware op de grens van de hel’ (p. 104).
Herhaaldelijk lezen we klachten over overheersende (boezem) zonden, ongeloof, atheïsme, ontrouw,
buitengewone dodigheid, enz., ja zelfs een periode van ca. acht maanden geestelijke duisternis. Op verschillende plaatsen geeft ze een rijk getuigenis van de hoop die in haar is. ‘Hierin (Ezech. 16; wv) werd mijn toestand beschreven. (…) Ik zag levendig dat Gods liefde in Christus aan mij, arme onwaardige, was geschonken. O, hoe verlangde ik ernaar om met Christus te zijn zonder ooit van Hem te scheiden en waar mijn lichaam der zonde en des doods mij niet meer zal verontrusten!’ (p. 182).
Elizabeth West leefde in een tijd van een rijk geestelijk leven in Schotland, hoewel er veel kerkelijke spanningen waren. Mocht het lezen van dit boek tot jaloersheid verwekken en de geestelijke armoede doen zien wanneer men nog voor eigen rekening leeft. Anderzijds dat het tot troost mag zijn van degenen die zich (enigszins) in het geestelijk leven van deze Schotse vrouw herkennen.