“Omdat mij de eer te beurt is gevallen om onze prachtige vereniging te mogen besturen, leek het me interessant om me te verdiepen in christelijk leiderschap’’, schreef Pieter Hoogendijk in Documentum 27.3. Graag volg ik zijn voorbeeld met de bespreking van een boek dat naadloos bij het inmiddels bekend geworden motto ‘dienen, dienen, dienen’ aansluit. Een boek dat aanzet tot reflectie op (zelf)leiderschap en onze houding ten opzichte van de naaste.
Kloosterman kan, als directeur onderwijs aan de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap, ouderling en SGP-raadslid, met recht een ervaringsdeskundige worden genoemd op het gebied van leiderschap. Vanaf pagina één wordt echter duidelijk dat leidinggeven niet tot dergelijke functies beperkt is. Iedere christen wordt geroepen om leiding te geven; in gezin, kerk, werk en het alledaagse leven. “Daarbij gaat het over (..) wie je als persoon kunt en wilt zijn in het contact met anderen’’ (9).
Het vertrekpunt van dit boek is helder. De mens is door God als sociaal wezen geschapen en daarmee gericht op contact. Contact is dus een scheppingsgave. “Deze gave geeft de opgave tot relationeel leven. (...) Relationeel leven is het spoor onder het geven van leiding. Een dienende leiderschapsstijl is een trein op dit spoor’’ (9). Het gaat in dit boek dus in de eerste plaats over een relationeel leven waartoe iedere christen geroepen wordt, uiteindelijk in navolging van Christus Zelf. “Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen’’ (Mark.10:45).
De tien hoofdstukken van dit boek kennen een logische opbouw. Na een praktijkvoorbeeld volgt de kern van het hoofdstuk waarna afgesloten wordt met een samenvatting, verwerking (vragen voor gesprek, bezinning, inspiratie en reflectie) en een pagina over de navolging van Jezus in het behandelde aspect. Het eerste en laatste hoofdstuk behandelen leidinggeven vanuit een bezinnend en conceptueel perspectief en vormen daarmee het begin- en sluitstuk. In de acht hoofdstukken daartussen worden “de essenties waarmee je kunt dienen als leidinggevende’’ uitgediept. In elk van deze hoofdstukken, met veelzeggende titels als “van horen naar verstaan’’ en “van gezeggen naar gezag’’, staat een aspect van relationeel contact centraal, zoals verstaan, respons en reflectie. Kloosterman besteedt hierbij veel aandacht aan het ‘proeven’ van de betekenis van veelgebruikte begrippen zoals horen en gezag. “Horen vraagt dus om gehoor geven. Waar gehoor (terug)gegeven wordt, is iemand horig. Als iemand horig wil zijn, is er sprake van gehoorzamen. Je gehoorzaamt als luisteraar dan het appel dat op je afkomt’’ (68). Dit zorgt ervoor dat je als lezer dieper nadenkt over gemakkelijk gebruikte termen.
Vanuit de doordenking van de gebruikte termen komt Kloosterman tot essenties van relationeel contact, die hij toepast op leidinggeven. Niet het ík maar de ander is daarbij steeds het uitgangspunt: “relationeel leven betekent de ander tot zijn doel brengen door hem of haar tot ontwikkeling te laten komen’’ (84). Dit boek biedt daarmee wat de titel belooft: essenties. Verwacht dus geen kant en klare stappenplannen in situaties die vragen om leiderschap, maar basishoudingen waarin je je naaste kunt dienen.
Het grootste pluspunt van dit boek ten opzichte van andere boeken over leiderschap en managementtheorie is het gebruik van de Bijbel als vertrekpunt en kader. Dat er evenveel aandacht wordt besteed aan dienen en het met elkaar omgaan als aan leiderschap doet dan ook geen afbreuk. Al lezend wordt duidelijk dat dit boek het resultaat is van een jarenlange doordenking van het onderwerp. De inhoud verdient de mooie vormgeving van dit boek dan ook zeker. De stof van dit boek vraagt om bezinning en overdenking door iedere leider, en dus door iedere christen.