• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

Opvoeden doe je niet alleen. Bijbelse principes voor vaders en moeders

Vraag je een vader of moeder wat zij het belangrijkste vinden in de opvoeding, dan krijg je algauw een gesprek over de kinderen. De Amerikaanse pedagoog Tripp draait het om. Het gaat in de opvoeding niet in de eerste plaats om de kinderen, maar om de ouders.
Tripp houdt ouders een spiegel voor. Verwachten zij in de christelijke opvoeding niet te veel van allerlei regels, geboden en verboden? Alsof opvoeden hetzelfde zou zijn als het disciplineren van kinderen. Aan de hand van praktische voorbeelden toont Tripp aan dat die kijk op opvoeding tekortschiet. Het gaat in de opvoeding niet in de eerste plaats om de toepassing van Gods wetten en regels voor het gezinsleven, het gaat erom kinderen Gods genade te leren kennen. Dat is Zijn opdracht aan ouders: breng door je manier van opvoeden kinderen bij het hart van het Evangelie, de vergeving van onze zonden door Jezus Christus. Met deze zienswijze roept Tripp een enorme spanning op, die het lezen van zijn boek ook echt spannend maakt. Nadrukkelijk richt hij zich op ouders die zelf uit genade leven. Christelijk opvoeden plaatst hij zodoende in het kader van de levensheiliging. Hij zegt daarmee als het ware dat christelijke opvoeding alleen mogelijk is wanneer de opvoeders Christus kennen. Een uitdagende stelling waardoor je zijn boek vaak met ingehouden adem leest. Opvoeden als levensheiliging van ouders. Tripp maakt duidelijk wat we ons daarbij voor moeten stellen door het uitwerken van veertien opvoedingsprincipes. Ter illustratie noem ik er een paar. Ze geven een goede indruk van de inhoud en zeggingskracht van Tripps pedagogiek. 3. „Je kinderen hebben Gods wet nodig, maar je mag niet van de wet vragen te doen wat alleen door genade tot stand kan worden gebracht.” 12. „Het gaat in de opvoeding niet om gedragsverandering, maar om verandering van hart en leven.” 14. „Geen enkele ouder kan beter ontferming tonen dan hij die ervan overtuigd is dat hij zelf Gods ontferming nodig heeft.” De praktijkvoorbeelden waarmee Tripp zijn principes illustreert zijn indringend en overtuigend. Zo beschrijft hij beeldend welke negatieve gevolgen het gebruik van machtsmiddelen in de opvoeding kunnen hebben: angst, schaamte en minderwaardigheidsgevoelens. Overigens voert Tripp geen pleidooi voor een straffeloze opvoeding. Dat zou een misverstand zijn. Tripp: „Ik zeg niet dat je het verkeerde dat je kinderen doen moet negeren… Wat ik wel zeg is dat je ouderlijk gezag moet uitoefenen dat zich onderwerpt aan de wezenlijke kracht van veranderende genade. Dit gezag heeft geen hoop in menselijke macht en vestigt zijn hoop met blijdschap op de onuitsprekelijke macht van God.” Dit credo is de rode draad door het hele boek. Al lezend worden ouders regelmatig hard geconfronteerd met hun eigen tekorten, maar telkens weer benadrukt Tripp dat ouders het ook niet van zichzelf moeten verwachten. „Elke morgen als je opstaat, leg je niet meer de last van de verandering van je kind op je eigen schouders, maar geef je alles wat je gaat doen en zeggen over aan de God van verandering, Die jou gezonden heeft als Zijn vertegenwoordiger.” Zo beschrijft Tripp de gezins- opvoeding in het spanningsveld van Wet en Evangelie. Daarmee doet hij meer dan de meeste opvoedingsboeken te bieden hebben. Veel pedagogen blijven immers steken in wat kinderen wel en niet mogen doen en hoe ouders hun gedrag op de meest effectieve wijze kunnen beïnvloeden. Daar tegenover raakt Tripp het hart van ouders: hoe zij een instrument kunnen zijn in Gods hand om hun kinderen op de genade in Christus te wijzen. Echt een boek waardoor de opvoeding diepgang krijgt en je al lezend ook zelf gezegend en bemoedigd wordt. Een boek waar ouders samen niet snel over uitgepraat zullen raken.

Opvoeden doe je niet alle...

P.D. Tripp
vanaf 1499