Om het verlorene te zoeken
Het boek zet in met een tekening van de historische achtergrond. Zo komt Davids moeder Margaret Sandeman-Stewart naar voren. Zij groeide op in een godvruchtig gezin. We lezen hoe Thomas Chalmers, de vader van het Schotse Reveil, ontdekte dat heiligheid ‘niet aan de verzoening met God voorafgaat’, maar ‘dat het alleen door het geloof in Christus is dat wij aan Gods zijde worden gerechtvaardigd’. Door dergelijke persoonlijke getuigenissen wordt verduidelijkt hoe het geestelijk klimaat van het Schotse Reveil Margaret Sandeman tot zegen is geweest. Haar zoon David werd geboren in 1826. In zijn jeugd voltrok zich de Schotse afscheiding (1843). Het verkeren onder de getrouwe prediking van Gods Woord werd aan zijn hart gezegend.
Na krachtig door God te zijn stilgezet, liep hij twee jaar onder overtuiging van zijn verlorenheid. We lezen hoe de Heere Zelf daarin verandering bracht. Van David werd gezegd dat hij zeer verlangde naar opwas in de genade van Christus.
Van Valen beschrijft hoe deze tot stand kwam ‘door een diepe zelfkfkennis en Godskennis’. Op 28-jarige leeftijd werd David proponent. Twee jaar later, in 1856, werd hij vanuit Liverpool uitgezonden voor zendingswerk in China. Daar is hij twee jaar later overleden aan de gevolgen van cholera. Het is waardevol om met deze geschiedenis kennis te maken. De aangehaalde passages uit dagboeken geven het boek daarbij een meditatief karakter.
